Meldplicht datalekken
Meldplicht bij inbreuken op de beveiliging van persoonsgegevens ('Meldplicht Datalekken')
Bij een datalek is sprake van een inbreuk op de beveiliging (zoals bedoeld in artikel 13 Wbp) waardoor persoonsgegevens zijn blootgesteld aan verlies of onrechtmatige verwerking – dus aan datgene waartegen de beveiligingsmaatregelen bescherming moeten bieden. Onder een datalek valt derhalve niet alleen het vrijkomen (lekken) van persoonsgegevens, maar ook vernietiging daarvan en andere vormen van onrechtmatige verwerking.
Of organisaties verplicht zijn om een melding van een datalek te doen, hangt af van de ernst van het datalek. De ernst wordt onder meer bepaald door het soort persoonsgegevens dat is gelekt. Een datalek moet volgens de wet bij de toezichthouder worden gemeld als dit “leidt tot de aanzienlijke kans op ernstige nadelige gevolgen dan wel ernstige nadelige gevolgen heeft voor de bescherming van persoonsgegevens”.
In sommige gevallen moeten organisaties het datalek ook melden aan de betrokkenen. Dit zijn de mensen van wie persoonsgegevens worden verwerkt. Zij moeten worden geïnformeerd als een datalek “waarschijnlijk ongunstige gevolgen zal hebben” voor hun persoonlijke levenssfeer.
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft beleidsregels opgesteld over de meldplicht datalekken. Deze beleidsregels zijn bedoeld om organisaties te helpen bij het bepalen of sprake is van een datalek dat zij moeten melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens en eventueel aan de betrokkenen.